In de Zuid-Amerikaanse keuken wordt quinoa, het zaad uit de Andes, al eeuwenlang gebruikt. Hierover zijn enkele archeologische, literaire en etnografische bewijzen bekend. Tegenwoordig zijn Peru en Bolivia koploper in de productie en export van vele varianten.
Al vijfduizend jaar voor Christus werd quinoa gebruikt. Zo blijkt uit archeologische vondsten in Ayacucho (Peru). Ook in inheemse graven van Tiltil en Quillagua (Chili) zijn overvloedige hoeveelheden zaden gevonden. Deze vondsten wijzen ook op religieuze riten die gekoppeld zijn aan het gebruik van deze plant.
In het rijk van de Inca’s was quinoa een van de belangrijkste gewassen en
hoofdbestanddeel van de voeding van de Andesbewoners.
Toen de Spanjaarden kwamen, had het zaad al een technologische ontwikkeling doorgemaakt en kende de plant een brede verspreiding in en rond het Inca-grond-gebied. De eerste Spanjaard die schrijft over de teelt van quinoa is Pedro de Valdivia. Hij observeerde de gewassen rond Concepción in Noord-Argentinië en merkte op dat de Indianen voor hun voedsel, naast andere planten, ook quinoa ontpitten. Kroniekschrijver Garcilaso de la Vega vertelt in zijn boek ‘Comentarios Reales’ over een graan, genaamd quinoa, dat lijkt op kleine rijst of gierst (in het Nederlands wordt het ook gierstmelde genoemd). Hij laat een lading zaden naar Europa verschepen. Helaas komt de zending dood aan en kan het voedsel niet ontkiemen, mogelijk als gevolg van de hoge luchtvochtigheid tijdens de reis over zee.
Varianten
De plant kent verschillende soorten. Een van de meest primitieve rassen is waarschijnlijk de variant met meerdere pluimen, verspreid langs de stengel. Dit is af te leiden uit het keramiek van de Tiahuanaco-cultuur in Bolivia.
Het bekken van het Titicacameer wordt beschouwd als het belangrijkste oorsprongs-gebied van dit gewas. In dit gebied bestaan ingenieuze systemen van gewassen, en hier wordt de biologische diversiteit van de verschillende soorten in stand gehouden.
Kwaliteit
Nog steeds heerst er in Zuid-Amerika een voedselcultuur waarin quinoa een deel van de dagelijkse voeding vormt. Tegenwoordig wordt het gewas geteeld in Peru, Bolivia, Ecuador, Chili, en in het noorden van Argentinië. Peru en Bolivia zijn de grootste producenten.
De teelt, productie en export van quinoa draagt bij aan de verbetering van de leefkwaliteit van de Andes-bevolking.